Jeuj, China, de People’s Republic of China bestaat 60 jaar! En dat hebben ze hier gevierd! Maanden op voorhand zag je al overal affiches hangen waarin “60 jaar China” werd geadverteerd (net zoals ze dat maanden na de Olympics nog deden, verpakkingen voor die Games die ze blijkbaar wat teveel gedrukt hebben, vind je nu nog in de winkel) en in China Daily verscheen het ene na het andere artikel over die militairen -gestationeerd in een speciaal aangelegd dorp in Beijing- die de militaire parade tot op de millimeter nauwkeurig inoefenden. Ik kan de cijfers niet meer terugvinden maar de parade over het Tianmen plein is zo minitieus ingeoefend dat x militairen in y passen van elk z centimeter in een tijd van t minuten en s seconden het plein konden oversteken onder het goedkeurend oog van de partijtop (en miljaar wat ‘n bende ouwe zakken). Sommige onderdelen van het Chinese “People’s Army” waren eigenlijk wel de moeite om te zien! 🙂 Maar bon, ze mogen hun leger houden, ik heb toch liever een leger dat ‘n beetje minder goed kan paraderen maar des te meer ervaring heeft in echte oorlogsomstandigheden.
Anyway, met de 60e verjaardag van China heeft de Partij weer ‘n ideaal bindmiddel voor de Chinezen gevonden, om nog maar ‘n keer iedereen te laten zien hoe groots China wel niet is en ja, dat “Socialism clearly is the only solution for China” (dixit Mr. President Hu Jintao)… Hij vergat er wel even bij te zeggen dat de vooruitgang tijdens de laatste 30 jaar (de eerste 30 jaar was niet echt vooruitgang te noemen) niet bepaald socialistisch te noemen is. China heeft inderdaad heel wat bereikt in de laatste 30 en zeker de laatste 10 jaar. Een toename in GDP met 30% tussen 2004 en 2006 is best wel knap gedaan maar de kloof tussen arm en rijk is er niet bepaald kleiner op geworden alhoewel het percentage van de bevolking op minder dan 1$ per dag leeft, gedaald is tot onder 10% van de bevolking (toch nog 130 miljoen). Inflatie van 7% per jaar en een overheid die de wisselkoers tussen Yuan en andere munten ‘n beetje veel zou beïnvloeden en daardoor hun eigen producten belachelijk goedkoop houden ten opzichte van andere exporterende landen. Chinezen zijn enkel geïnteresseerd in geld verdienen -en dan liefst zo snel mogelijk- en dus is zowat alles mogelijk om de winst te maximaliseren (zéér socialistisch dus). Kijk maar naar het recente ‘ongeval’ met de melanine in poedermelk voor baby’s. Onroerend goed in Wenzhou (en andere grote steden in China) is on-be-taal-baar geworden voor de gemiddelde Chinees (en zelfs de gemiddelde Belg zou er meer dan 1 boterham minder voor moeten eten). Een verdubbeling van de prijs van een nieuwbouw appartement op 1 jaar tijd is niet onmogelijk. Maar heel die ongecontroleerde en speculatieve handel in onroerend goed bezorgt de centrale overheid ook wel ‘n maagzweer of twee. De overheid in Beijing wil namelijk dat aandeelhouders in industrie gaan investeren maar je zou als wel zot zijn om dat te doen. De winsten die grote beursgenoteerde projectontwikkelaars maken is vele malen groter dan ‘n industrieel bedrijf dus al het geld gaat naar die projectontwikkelaars die op hun beurt dan weer hun aandelen zien stijgen. Ze verkopen dan wat van hun eigen aandelen om zo vers geld ter beschikking te krijgen waarmee ze de kleine niet beursgenoteerde projectontwikkelaars kunnen overbieden in nieuwe bouwgronden die ze vervolgens natuurlijk ook toegewezen krijgen! Die nieuwe appartementen worden verkocht met ‘n grote winst waardoor hun aandeel natuurlijk weer stijgt… En zo begint het opnieuw… Probleem is dat de centrale overheid geen cent krijgt van de taxen op onroerend goed (die gaan allemaal naar de lokale overheid) en door de crisis betalen veel fabrieken minder inkomtaxen (die naar de centrale overheid gaan) en dus zit de overheid in Beijing ‘n beetje om geld verlegen en vragen ze de lokale overheden of ze de lokale bedrijven om ‘n “vrijwillige” bijdrage kunnen vragen (‘n beetje meer inkombelasting voor 2008 dus). En ja, tis geheel vrijblijvend… Maar we zitten hier in China en corruptie is hier officieel misschien niet zo’n groot probleem, toch kent iedereen iedereen en als je niet betaalt, zal ‘n vriend van de fiscus (die misschien toevallig bij de afdeling milieu of voedselveiligheid werkt) er wel voor zorgen dat er wat meer (en deze keer serieus en grondig) audits komen en je kan de boel sluiten tot je betaalt…
Dus, de volgende keer dat je leest over de economische groei van China, vergeet dan niet dat ‘real estate’ toch wel ‘n significant deel van de groei kan verklaren en als je dan weet hoe de prijzen hier de hoogte in worden gespeculeerd, kan je niet anders dan denken dat het hier ooit moet mislopen… Maar dat is volgens de Chinezen die ik al gesproken heb helemaal geen probleem. Chinezen denken immers anders dan wij en dus zal dat wel niet gebeuren en daarbij, de overheid zal wel zorgen dat het niet misloopt…
Anyway, op naar 61 jaar China! Ik hoop snel weer tijd te vinden om iets te schrijven over mijn eerste jaar China!
Extra: zie hier ‘n Gigapica van GeenStijl met wat mooie foto’s over de feestelijkheden in Beijing!